Maanlander LM
De maanlander (Lunar module of LM) is het onderdeel van de Apollo-vluchten dat gemaakt was om de eigenlijke maanlanding uit te voeren. Hij werd gebouwd door Grumman Aerospace.
Tijdens de lancering van de Saturnus V-raket zit de maanlander, met ingetrokken landingsgestel, opgeborgen onder de servicemodule, in het deel waar de raket sterk verbreedt. Als een Apollo eenmaal onderweg is naar demaan, wordt de derde trap afgestoten en komt de maanlander vrij. Met een manoeuvre wordt de maanlander op de voorzijde (op de punt) van de capsule geplaatst. Via een verbindingssluis met twee deuren, kunnen de astronauten overstappen.
De Apollo-maanlander bestaat uit twee delen: het onderste deel is de daaltrap, het bovenste de stijgtrap. De daaltrap doet bij het verlaten van de maan dienst als lanceerplatform voor de stijgtrap, en blijft derhalve achter op de maan. Het geheel is zeven meter hoog. De schotels die onder aan de poten zitten hebben een doorsnede van 90 centimeter. De massa bedraagt 14 500 kg.
De beide astronauten staan in de cabine, waardoor een klein raam voldoet om toch voldoende uitzicht te hebben (indien de astronauten zouden zitten, zou een groot bol venster nodig zijn, zoals in een helikopter). Ze rusten en slapen in eenhangmat; door de beperkte zwaartekracht is dit overkomelijk.
De Rover die op de tekening wordt aangeduid, is de maanwagen. Deze werd vanaf Apollo 15 meegenomen.
[bewerken]Apollo 13
Tijdens de vlucht van Apollo 13 fungeerde de maanlander Aquarius als reddingsboot voor de bemanningsleden Lovell, Haise en Swigert. Door een aantal fouten bij het testen van een zuurstoftank bij fabrikant North American Rockwellvond tijdens de heenreis naar de maan een ontploffing plaats in deze zuurstoftank van de Service/Commando-module. De astronauten overleefden de vier dagen durende reis terug naar aarde door gebruik te maken van de zuurstof, elektriciteit en de raketmotor van de maanlander.
[bewerken]Namen
Elke LM kreeg een naam die tijdens de vlucht gebruikt werd in de communicatie:
Tijdens de lancering van de Saturnus V-raket zit de maanlander, met ingetrokken landingsgestel, opgeborgen onder de servicemodule, in het deel waar de raket sterk verbreedt. Als een Apollo eenmaal onderweg is naar demaan, wordt de derde trap afgestoten en komt de maanlander vrij. Met een manoeuvre wordt de maanlander op de voorzijde (op de punt) van de capsule geplaatst. Via een verbindingssluis met twee deuren, kunnen de astronauten overstappen.
De Apollo-maanlander bestaat uit twee delen: het onderste deel is de daaltrap, het bovenste de stijgtrap. De daaltrap doet bij het verlaten van de maan dienst als lanceerplatform voor de stijgtrap, en blijft derhalve achter op de maan. Het geheel is zeven meter hoog. De schotels die onder aan de poten zitten hebben een doorsnede van 90 centimeter. De massa bedraagt 14 500 kg.
De beide astronauten staan in de cabine, waardoor een klein raam voldoet om toch voldoende uitzicht te hebben (indien de astronauten zouden zitten, zou een groot bol venster nodig zijn, zoals in een helikopter). Ze rusten en slapen in eenhangmat; door de beperkte zwaartekracht is dit overkomelijk.
De Rover die op de tekening wordt aangeduid, is de maanwagen. Deze werd vanaf Apollo 15 meegenomen.
[bewerken]Apollo 13
Tijdens de vlucht van Apollo 13 fungeerde de maanlander Aquarius als reddingsboot voor de bemanningsleden Lovell, Haise en Swigert. Door een aantal fouten bij het testen van een zuurstoftank bij fabrikant North American Rockwellvond tijdens de heenreis naar de maan een ontploffing plaats in deze zuurstoftank van de Service/Commando-module. De astronauten overleefden de vier dagen durende reis terug naar aarde door gebruik te maken van de zuurstof, elektriciteit en de raketmotor van de maanlander.
[bewerken]Namen
Elke LM kreeg een naam die tijdens de vlucht gebruikt werd in de communicatie:
- Apollo 9 : Spider
- Apollo 10: Snoopy
- Apollo 11: Eagle ("The eagle has landed")
- Apollo 12: Intrepid
- Apollo 13: Aquarius
- Apollo 14: Antares
- Apollo 15: Falcon
- Apollo 16: Orion
- Apollo 17: Challenger