Salyut
Het Saljoet (Russisch: Салют, wat Groet of Vuurwerk betekent)-programma was een serie ruimtestations die in de jaren '70 werden gelanceerd door de Sovjet-Unie.
Achterliggende reden
Toen Neil Armstrong op 20 juli 1969 voet op de maan zette, had de Sovjet-Unie de race om als eerste een mens op de maan te zetten definitief verloren. Enkele dagen eerder was de Russische N1 raket op het lanceerplatform al ontploft, terwijl de maan het doel was. Daarop besloot chef-ontwerper Vasili Misjin van de Sovjet ruimtevaart organisatie op zoek te gaan naar een nieuw prestigeproject. Sinds 1965 werd er al gewerkt aan de ontwikkeling van een uit meerdere modules bestaand ruimtestation (MKBS). Om deze te lanceren was echter een grote raket nodig en die was op dat moment niet beschikbaar. Tegelijkertijd kondigden de Amerikanen het Skylab ruimtelaboratorium aan. De druk om voor de Amerikanen een ruimtestation te lanceren werd opeens voelbaar.
Ontwikkeling in recordtijd
Om toch van start te kunnen gaan werd er in samenwerking met de Sovjet-strijdkrachten in hoog tempo een relatief eenvoudige constructie in elkaar gezet. Hiervoor werden de al bestaande rompen van een in ontwikkeling zijnde militair ruimtestation (Almaz) gecombineerd met onderdelen van Sojoez capsules. Na anderhalf jaar stevig sleutelen en testen resulteerde dat in de Saljoet 1.
Het ruimtestation blonk uit in eenvoud en bestond uit slechts één module, opgebouwd uit vier grote compartimenten. Omdat het gevaarte slechts een kleine 19 ton woog, was er geen zware N1 raket nodig voor de lancering, maar kon worden volstaan met een kleinere Proton UR-500K raket. Er zaten echter ook nadelen aan het simpele ontwerp. De voorstuwingssectie was geleend van een Sojoez ruimteschip en was feitelijk niet krachtig genoeg voor het 18 ton zware ruimtestation. Nadat het ruimtestation zich eenmaal in een baan om de aarde bevond, waren er daarom geen grote wijzigingen meer mogelijk in de hoogte waardoor als gevolg van de lichte wrijving met de bovenste lagen van de atmosfeer, de Saljoet na verloop van tijd terug zou vallen in de dampkring.
Het ruimtestation blonk uit in eenvoud en bestond uit slechts één module, opgebouwd uit vier grote compartimenten. Omdat het gevaarte slechts een kleine 19 ton woog, was er geen zware N1 raket nodig voor de lancering, maar kon worden volstaan met een kleinere Proton UR-500K raket. Er zaten echter ook nadelen aan het simpele ontwerp. De voorstuwingssectie was geleend van een Sojoez ruimteschip en was feitelijk niet krachtig genoeg voor het 18 ton zware ruimtestation. Nadat het ruimtestation zich eenmaal in een baan om de aarde bevond, waren er daarom geen grote wijzigingen meer mogelijk in de hoogte waardoor als gevolg van de lichte wrijving met de bovenste lagen van de atmosfeer, de Saljoet na verloop van tijd terug zou vallen in de dampkring.
Saljoet: civiel en militair gebruik
Binnen het Saljoet programma werden zeven ruimtestations in een baan om de aarde gebracht. Een volledig overzicht van het hele programma is verderop te vinden. Vier van deze zeven stations waren puur civiel van aard. Maar drie stations hadden een militair doel. Dit waren de bemande ruimtestations die ontwikkeld waren binnen het Almaz programma. Deze militaire missies kregen als dekmantel een missienummer uit het Saljoet programma toegewezen. Dit was het geval met Saljoet 2, Saljoet 3 en Saljoet 5. De militaire benamingen van deze missies waren respectievelijk OPS-1, OPS-2 en OPS-3. De vier civiele Saljoet stations hadden hun eigen interne benaming: DOS (Dolgovremennaya Orbitalnaya Stanziya = Ruimtestation voor lange duur). Saljoet 1, Saljoet 4, Saljoet 6 en Saljoet 7 hadden resepectievelijk de interne benamingen DOS-1, DOS-4, DOS-5 en DOS-6.